Skip to main content

Ontwikkelings­beperkingen 

 

Een ontwikkelingsbeperking is een neurologische of psychische aandoening die optreedt bij kinderen tot 20 jaar die een belemmering en/of afwijking vormt in hun normale ontwikkeling. Ook bij volwassenen kan een ontwikkelingsbeperking nog naar voren komen. 
 
De symptomen zijn uiteenlopend en er kunnen ook verschillende oorzaken zijn. Sommige aandoeningen zijn blijvend, andere zijn tijdelijk. Soms ontstaan de symptomen als reactie op een schokkende ervaring, in andere gevallen ligt de oorzaak in erfelijke factoren of een lichamelijke ziekte. Ook omgevingsfactoren kunnen van invloed zijn, evenals opvoedingsfactoren. Bij onderzoek is het van belang dat gelet wordt op alle factoren die bij de ontwikkeling van het kind van belang zijn, omdat deze doorlopend van invloed kunnen zijn op elkaar. 
 
Ontwikkelingsbeperkingen uiten zich vaak op jonge leeftijd en kunnen ook al op jonge leeftijd (meestal vanaf de peutertijd) worden vastgesteld. Na de geboorte worden door de verloskundige, gynaecoloog of kinderarts al diverse onderzoeken gedaan naar de klinische condities van het kind (Apgar-score). Gedurende de eerste levensjaren van een kind kan een ontwikkelingsbeperking merkbaar zijn. Bijvoorbeeld in het maken van (oog)contact, zitten, lopen, staan, praten en variatie in spel. 

Welke soorten ontwikkelingsbeperkingen zijn er? 

Er zijn verschillende soorten ontwikkelingsstoornissen:  

 

  • Persoonlijkheidsstoornissen & verstandelijke beperkingen 
  • Leerstoornissen (waaronder dyslexie en dyscalculie) 
  • Motorische stoornissen (dyspraxie) 
  • Communicatiestoornissen (waaronder stotteren) 
  • Pervasieve ontwikkelingsbeperkingen (Autisme verwante stoornissen) 
  • Aandachtstekort- en gedragsstoornissen (ADHD, ODD, CD) 
  • Eetstoornissen in de kinderleeftijd (waaronder pica en ruminatiestoornis) 
  • Ticstoornissen (waaronder het syndroom van Gilles de la Tourette) 
  • Stoornissen met de ontlasting (enurese en encoprese) 
  • Andere stoornissen in de kinderleeftijd of adolescentie (separatieangst, hechtingsstoornis, selectief mutisme, stereotype bewegingsstoornis)  

Wat doe je bij een vermoeden van een ontwikkelingsbeperking? 

Heb je het vermoeden dat je kind een ontwikkelingsbeperking heeft, adviseren wij zo snel mogelijk contact op te nemen met de huisarts, zodat die je kan verwijzen naar een organisatie die het kind kan onderzoeken. Hoe eerder je actie onderneemt, hoe groter de kans dat een kind baat heeft bij hulp. Neem dus altijd het zekere voor het onzekere. Wil je weten waar je hulp kan krijgen? Kijk dan hier